Vertalingen se voir FR>NL
[səvwaʀ]1 voir son image - zich(zelf) zien
'se voir dans une glace'
zichzelf in een spiegel zien2 être visible - zichtbaar zijn
'Le défaut du tissu ne se voit pas.'
De fout in het weefsel is niet te zien.3 se retrouver, être ensemble - elkaar zien
'Ils ne se voient que le week-end.'
Ze zien elkaar alleen het weekend.4 se produire ou se trouver - te zien zijn
'Cela se voit encore.'
Dat gebeurt nog steeds.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
se voir (ww.) | afspreken (ww.) ; elkaar ontmoeten (ww.) ; elkaar zien (ww.) ; samenkomen (ww.) ; treffen (ww.) |
se voir | voelen ; worden |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `se voir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: se rencontrer